Van genummerde LF-routes naar LF-icoonroutes
Als het om een fietsvakantie gaat, dan kiezen jullie massaal voor een LF-route. Al meer dan 30 jaar zijn de Langeafstand Fietsroutes een begrip in Nederland. Zo’n 750.000 fietsvakanties per jaar worden afgelegd over een LF-route. Dat zijn er een heleboel en de verwachting is dat dit er alleen maar meer worden. Toch verdwijnen er de komende tijd enkele routes. Deze routes maken plaats voor een serie LF-icoonroutes. We nemen afscheid van de zogenaamde verbindingsroutes en minder gefietste routes. In aantallen worden het er misschien minder, maar we krijgen er prachtige (nieuwe) routes voor terug. Sommige gebaseerd op sterke bestaande routes zoals de LF Zuiderzeeroute, nu nog gevormd door de LF21, LF22 en LF23. Andere compleet nieuw. Deel 1 over het ontstaan van de LF-routes gemist? Je leest hem hier.
De LF1 leek vanzelfsprekend
Nadat vele vrijwilligers zich boven de kaart hadden gebogen en de beoogde routes op de fiets hadden verkend, rolde in 1988 de eerste exemplaren van de ‘Lange-afstandfietsroutes’ van de pers. Opgedeeld in twee delen: boven en onder de Moerdijk. Al tijdens de ontwikkeling van de eerste gids werd er gesproken over het bewegwijzeren van een LF-route. Een beetje spannend was het wel. Hoe zou de fietser hierop reageren? De keuze voor de LF1 was snel gemaakt, het had niet voor niets nummer 1. De kust is de grootste toeristische magneet van Nederland. En tussen de badplaatsen waar alle drukte zich concentreert, liggen de prachtigste natuurgebieden waar je hele einden geen auto tegenkomt.
Het liep nog net even anders. Mede onder invloed van de fietsenthousiaste gedeputeerde Jan Dijkema pakte de provincie Overijssel de primeur voor het bewegwijzeren van delen van LF-routes. Op 14 april 1989 werden in Delden de eerste bewegwijzerde LF-routetrajecten geopend: stukken van de LF8, LF14 en LF15 die samen een soort ‘U’ vormden tussen Ommen, Holten, Enschede en Denekamp, samen driekwart van het latere Rondje Twente. Een week later volgde de LF1. Ondanks dat de route nog niet geheel bewegwijzerd was, kende het een enorm succes. Als snel werd besloten om ook de rest van de LF-routes te bewegwijzeren. Ook kregen de routes ieder een routegids en werd het onderhoud voor tien jaar geregeld.
In deze serie nemen we jullie mee in het ontstaan en de veranderingen van de LF-routes. Van sommige routes nemen we met pijn in ons hart afscheid, maar we kijken vooral uit naar alle kilometers fietsplezier die de nieuwe routes ons gaan geven.
De komst van het knooppuntensysteem
Zes jaar na het bewegwijzeren van de eerste trajecten werd in Belgisch Limburg de fundering gelegd van het fietsknooppuntensysteem zoals we het nu kennen. Vanuit de regio Kempen en Maasland heeft dit fenomeen zich verspreid over vrijwel heel Vlaanderen en Nederland. Dit ging wel gepaard met enige aarzeling. Het duurde nog 19 jaar voordat in 2014 Dronten, Zeewolde en Lelystad als laatste gemeentes volgden. Fietsers konden vanaf dat moment door heel Nederland van het ene naar het andere knooppuntnummer fietsen. Het woord ‘knooppunt’ vind je al sinds 1988 terug in de beschrijvingen van langeafstandsfietsroutes. Het zijn de punten waar je van de ene LF-route op de andere kunt overstappen. De totale lengte groeide uit tot 4500 kilometer aan bewegwijzerde LF-routes.
Om het overzichtelijk te houden voor de fietser en kosten te besparen bij het onderhoud, werd in 2009 al besloten om in de gebieden van de knooppunten deze te synchroniseren met de LF-routes. Knooppunten- en LF-bordjes moesten niet alleen boven elkaar komen te hangen; een LF-route loopt ook altijd over het knooppuntensysteem. Ze zijn een prima aanvulling op elkaar: op elk gewenst punt kun je overstappen van een LF- naar knooppuntenroute en omgekeerd. In overleg met gemeentes is overal gezocht naar het mooiste routetraject dat via knooppunten kan worden gevolgd. Als een LF-route veel onaantrekkelijker zou worden of onlogisch zou gaan lopen, is geprobeerd om de knooppuntroutes aangepast te krijgen. Inmiddels hangen bijna alle LF-bordjes boven knooppuntbordjes.
Inmiddels hebben de verbindingsroutes hun functie verloren. Wat dat betekent lees je in deel 3 van deze serie.