Het is heel bijzonder: via de Schellingwouderbrug fiets je weg uit het vooroorlogse Amsterdam en aan de overkant ligt een uitgestrekt veenweidegebied met prachtige dorpjes zoals Durgerdam, Ransdorp en Holysloot. Deze dorpjes zijn samen met de omringende weilanden onderdeel van landelijk noord.
Het gebied is in 1921 bij Amsterdam gekomen, mede om de stad een groene rand te geven. De dorpen werkten mee aan de annexatie, omdat ze zelf de middelen niet hadden om de schade van de overstroming in 1916 te herstellen.
Het is onder de hoede van Amsterdam aardig gelukt om het gebied zijn karakter te laten houden. Durgerdam ligt aan de dijk die is aangelegd na de overstromingen tijdens de Sint Elizabethsvloed in 1421.
Het gehucht IJdoorn, dat ongeveer op de plaats lag van het huidige vuurtoreneiland, verdween bij deze ramp in de golven. Durgerdam heeft een beschermd dorpsgezicht. Kenmerkend is dat net als elders in Waterland veel huizen grotendeels van hout zijn.
De huizen zijn hierdoor minder zwaar en kunnen beter worden gedragen door de drassige bodem. De houten huizen in Waterland zijn geschilderd in de kleuren van het ‘Waterlandpalet’: tinten groen, wit, geel, grijs, blauw en roodbruin. Elk dorp heeft zijn eigen overheersende kleuren.